Rare sprongen

Op dat moment
begon de rieten mand
die voor het podium stond, in het zand,
behoorlijk te kraken
en hij bewoog...
en het deksel ging omhoog...!

Het publiek keek gespannen!
Sommigen gaven een gil.
Er werd gelijk niet meer gezongen,
iedereen was stil.

Het deksel van de mand
ging vèrder omhoog...
Maar Biberatie speelde gewoon door,
trok zich er niets van aan.

En langzaam, maar statig,
met het deksel als een kroon op zijn kop,
verrees ma-jes-tu-eus
de koning der slangen!
Der gifslangen wel te verstaan.

De huid van de nek,
naar weerszijden gespreid,
glansde in het licht van de schijnwerpers.

'Als dat maar goed gaat,' dacht Bas,
die wist dat het een cobra was.
Een Koningscobra!
De aller aller grootste gifslang
die er bestond. Ze werden wel
vijfenhalve meter!

Hij was nu helemaal - tot en met
de laatste centimeter - uit de mand gegleden.
Van het verblijf ìn de mand
had hij kennelijk niet geleden.

Met zijn staart en het achterste deel
van zijn lijf in een mooie cirkel
en het voorste deel fier rechtop,
lag hij op de grond;
maar misschien is het beter
om te zeggen, stònd hij op de grond.

Met zijn kop - met het deksel er nog op -
trots op zijn prachtige nek,
die glansde als een gouden schild,
leek hij wel een Egyptische vorst
uit een ver ver verleden.

Een zucht van bewondering
golfde door de tent.


De Koningscobra volgde gefascineerd
de bewegingen van Biberatie,
die nu inmiddels
wat rustiger muziek speelde.

Toch zou ik voor geen goud
op zíjn poten willen staan, dacht Bas,
die het, hoe mooi het plaatje ook was,
nog steeds niet vertrouwde.

De cobra draaide zijn kop een ietsje,
hield hem wat schuin
en keek Biberatie vanonder
zijn grote hoed vorsend aan.

Plotseling, nog geen seconde later,
vloog het deksel
als een frisbee door de piste:
zoefde de piste drie keer rond,
dook,
vloog rakelings over de piano
naar de grond,
ijlde over het podium weer omhoog,
tot vlakbij de eerste rij;
waar het publiek van schrik
een ogenblik
naar achteren week,
keerde,
scheerde op zijn kant door de bocht,
daalde...
en schoof toen keurig op de rand
van zijn eigen mand.

Het ging allemaal zo snel
dat het enkele ogenblikken stil bleef,
dàt begrijp je wel.
Maar toen barstte het applaus
dan ook spontaan los.

De cobra nam het enigszins
uit de hoogte in ontvangst
en boog;
maar verloor Biberatie daarbij
geen moment uit het oog.
Vervolgens kroop hij
vlak naast de piano
statig het podium op.
Spiegelde zich
pronkziek en ijdel
in de mooie lak
en gleed toen gladjes
en op zijn dooie gemak
langs de zijkant van de piano naar boven
en kroop tot het midden van de klep.

Tot recht vóór de pianist.
Hij draaide zijn kop, schoof
een heel eind óver de rand
en keek de pianist van eng
dichtbij doordringend aan.
Een deel van zijn lijf bungelde
gewoon nog langs de zijkant.
Zijn staart lag zelfs nog helemaal
op de grond.

Het publiek schoof wat ongemakkelijk
heen en weer.

Maar Biberatie was kennelijk
niet nerveus
met die slangekop
zo vlak voor zijn neus.
Hij haalde tenminste
onverschillig zijn schouders op
en lachte.

Hij zat de cobra een beetje te plagen, denk ik,
want hij speelde iets over hagedissen;
het was een lied over twee hagedissen:
een Smaragdvaraan en een Parelhagedis,
en dat vond de cobra niet leuk,
dat is een ding dat zeker is.
Want van hagedissen was een lied
en van cobra's niet!

De cobra werd een beetje giftig
en een beetje nijdig,
en hij siste wat
en zijn tong die flitste wat,
en toen pas hoorde hij
dat Biberatie inmiddels alweer
een ander lied gekozen had.
Een lied over een
Goudstreepsalamander.

'Nou wordt ie mooi!' dacht ie verontwaardigd.
'Eerst een lied over een Smaragdvaraan
en een Parelhagedis.
En nu een over een salamander!
Een Góud-streep-sa-la-man-der!
Nou, ìk ken een beest dat móóier is,'
mompelde hij en ging overdreven
rechtop zitten - met zijn bovenlijf dan -
zette zijn nekwervels extra uit
en liet het publiek nog eens goed zien
hoe mooi hij was.

Biberatie schokschouderde
van het ingehouden lachen
en speelde nu een lied
over een ratelslang.
Een Díamantratelslang.
Nou vráág ik je!

De cobra siste luid.
Zijn tong flitste
en schoot vooruit
en hij gaf een flinke haal
- flink èn lang -
over Biberatie's rechterwang.

Het publiek zat ademloos;
bewoog zich niet.

Maar de Amerikaan was nog steeds niet bang.
Hij vond het alleen maar kinderachtig
en niet aardig,
en speelde vlug en vaardig
toch
nòg een ander lied.

Dàt lied
ging over een Zilvergibbon
èn een Franjeaap.
De cobra zag toen
groen van nijd, en zon op wraak
en siste:
'Je moet niet overdrijven!
Je bent te ver gegaan,
jij dikke duizendpoot,
dat komt je duur te staan!'

Toen opende hij zijn mond heel wijd
en liet giftig
al zijn scherpe tanden zien.

Biberatie verblikte en verbloosde niet,
maar zijn poten
speelden wèl een heleboel
verkeerde noten.

En toen...
Biberatie keek recht in die open bek...
tot diep in die keel...

Maar Speelde Door!

Kwam een ietsje omhoog...

Leunde naar voren...

En...

Gaf hem een ZOEN!

Zo'n Echte Ouderwetse Dikke Zoen!
Bóvenop
zijn brede kop!

De cobra - zijn mond klapte met een smak dicht -
sperde zijn ogen wijd open van verbazing
en boog,
hij kreeg een kleur,
en schoof
nòg dichterbij.

Maar daar klonk plotseling
het lied:

  De mooiste die ben jij!

  Op de hele wereld
  is geen beest
  zo mooi als jij;

  maar ook geen zo glad
  en meer gevreesd!

  Wie weet dat níet!

De hele tent
klapte en stampte mee
op de maat.

Bas zuchtte bevrijdend,
maar vond dat Biberatie
toch wel erg veel risico
had genomen.

De Koningscobra, ook bevrijd,
maar dan van al zijn gif
en al zijn nijd,
keek ietwat beschaamd de tent rond.

Na het laatste akkoord
sprong Biberatie lenig op de pianokruk
en ging op zijn achterpoten staan.
De cobra gleed naar voren
en sloeg in een vriendschappelijk gebaar
zijn lange nek rond de schouders van de pianist;
gleed nòg verder naar voren,
en draaide toen - in één vloeiende beweging -
zijn héle lijf rond de Amerikaan!

Het ging zeker
twee keer rond zijn schouders,
drie keer rond zijn borstkas,
één keer rond zijn taille
en zo'n vier keer rond zijn heupen.

Er lag geen stukje
slang meer op de grond.
Je kon een speld horen vallen!

De pianist stond wel op
méérdere achterpoten,
dàt begrijp je.

Biberatie maakte
een paar pasjes op de pianokruk
en draaide voorzichtig rond,
zodat iedereen kon zien
dat hij echt
het héle gewicht torste.

'Al-le-mach-tig!' riep Bas.
'Niet-te-ge-ló-ven!
Dat ie niet be-zwijkt!
Vijf-en-halve-meter slang!
En hij staat erbij
alsof hij het nog u-ren-làng
vol kan houden.
Wat een uithoudingsvermogen!
Wat een spierkracht!'

Maar de cobra vond het
na enkele seconden welletjes
en gleed naar de grond;
weer keurig in een cirkel,
met zijn bovenlijf rechtop.

Biberatie sprong vlot naast hem
en maakte tegelijkertijd
een sierlijke buiging voor het publiek,
dat losbarstte
in een oorverdovend applaus.


De finale

Het circusorkest zette
met de mars:

Tot ziens,
tot gauw, heel snel
weldra, heel rap
weer binnenkort!

de finale in.

In een lange, vrolijke stoet
bedankten alle artiesten de toeschouwers
voor hun komst,
hun warme lach
en hun spontaan applaus.

Als eerste verscheen
de directeur,
Tiny Boltoni.

Op de voet gevolgd door Dagmar Zijde,
die op hele hoge stelten liep.
Zó hoog dat hij boven Tiny Boltoni uittorende;
dat was heel knap, want hij
danste er ook nog bij.

Daarachter kwamen Jasmine
en haar vier lange slangen
en de toch wel enge schorpioenen.

'Ze is om te zóenen!'
zuchtte Bas.

Het is waar.
Hij was haar even helemaal vergeten;
tijdens het optreden van die Amerikaan.

En nu liep ze daar.
Ze liep recht op hem af!

En... GAF HEM EEN KNIPOOG!

Maar ze kon niet blijven staan,
want Toverlowsky
kwam er al weer aan
mèt zijn assistente
en àl de beesten die hij
uit die mystiekpaarse hoge hoed
had getoverd.

Bas kon ze nu goed bekijken
omdat ze in de optocht bleven
en niet meteen weer verdwenen.

Het waren er veel meer dan hij dacht...
En nú zag hij het duidelijk,
het was geen verbeeldingskracht!

Dáár liep Willem!

En Karel liep er ook!
'Hoe hadden ze hem dàt geflikt!' dacht Bas.

De meeste beesten acrobatoerden wat
en maakten grapjes.

Zíj niet.
Zíj... Liepen te éten!
Op hun dooie gemak te eten!

'Zijn ze nou helemaal getikt!'
dacht ie verontwaardigd.


Andere Donkerdammertjes
vonden het kennelijk wèl leuk.
Er zaten er in elk geval
een heleboel
druk te wijzen en hevig te zwaaien.

Bas wendde zijn hoofd af
en haalde geïrriteerd
zijn wenkbrauwen op.

Maar zijn aandacht
werd alweer in beslag genomen.
De laatste artiesten verschenen.
De grote Amerikaan
in zijn schitterende witte pak
en de trotse Koningscobra.

Alle artiesten
marcheerden nu door de piste.

Plotseling ging de muziek
harder en sneller.
De artiesten volgden het tempo
en verlieten toen,
in een laatste ronde,
terwijl ze naar de toeschouwers zwaaiden
en hen kushandjes en kuspootjes toe bliezen,
één voor één de piste.

Het publiek kwam met een
daverend applaus overeind
en klapte op de maat van de muziek
uit alle macht mee,

totdat de laatste artiest
verdwenen was.
 

 

 

 

Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Delen |

Logotr

Contact          Adverteren         Links

Home        Kinderlines Verhalen        Kinderlines Kleurplaten        Penvrienden        Dierentuinnieuws        Domeinen te koop     Spellen

Copyright 2016, Kinderlines Uitgeverij, alle rechten voorbehouden.