Rare sprongen

De voorstelling, 1e deel

In het midden van de piste stond,
druk, dik en rond,
met een hoge hoed op
en beide benen op de grond,
de circusdirecteur.
Hij droeg een witte coltrui,
een zwarte jas met pandjes,
een zwart-wit geruite rijbroek en
zwarte rijlaarzen met dikke zolen
en een vrij hoge hak;
zo leek hij groter
als hij zijn publiek toesprak.

Bij deze kleding
paste een zweepje,
dat hield hij in zijn rechterhand.
Het gaf hem allure,
iets extra's in zijn houding
en sprak hij,
dan zette het zijn woorden
kracht bij.

Op een trapje naast hem
stond Dagmar Zijde,
hij riep:

'Hooggeëerd publiek!

Ik heet u van harte welkom in ons circus!...'
Hij keek toen de tent rond
en vervolgde:

'Dames en heren,
Beste beesten, Lieve vrienden!

Vanavond zullen jullie adembenemende
momenten beleven!
Ons programma is fantastisch,
wervelend en vol!'

Hij lachte,
keek naar de man naast zich
en sprak weer:

'Beste beesten, Lieve dieren!

Het is mij een eer
aan de zijde te mogen staan van...'
Hij boog en maakte een groot gebaar...

'Tiny Boltoni!

Zonder hem bestond er geen
Circus Tropica!'

Tiny Boltoni sprak
terwijl hij zijn zweep
met een weids gebaar
naar voren stak:

'Dames en heren,
Beste dieren, Lieve beesten.

Hóóggeëerd publiek!

Dit circus is uniek
en trekt overal veel publiek.'
De zweep zwiepte, klapte en klakte.

'Artiesten van over de hele wereld
werken aan dit circus mee.
Ze trainen hard,
zijn zeer talentvol
en gek op variété.

Lieve dieren, Beste beesten,
Geacht publiek!'
Klonk het door het zweepgezwiep.

'Hier komt het eerste nummer!

Een krachtmeting tussen een ratelslang
van minstens zeven meter
en een grote groene-leguaan
- een alleseter -
van zo'n zes en een halve meter.
Het zijn beesten van formaat;
maar dat is meer vanwege hun gewicht
dan de lengte van hun lijf en staart.'

Muziek klonk.

Applaus klonk.

Het circus begon.


En daar verscheen dan
- extra breed en zeven meter lang -
een reuzenratelslang.
Op de voet gevolgd
door een vreeslijk groene leguaan
- een grote alleseter -
van zeker zes en een halve meter.

De eerste gleed nou niet bepaald
zo statig.
En de laatste had beslist
geen stoere tred.

Ze maakten een rondje
door de piste, zij aan zij,
op een drafje.
Dat leek meer een zwabbergang,
het was werkelijk géén gezicht!

Bovendien liepen ze verschrikkelijk te kiften,
te bekvechten en te bakkeleien en
te zaniken en te zeuren.

Ze deden dik
en schepten op hoe machtig
en krachtig en prachtig
ze wel niet waren.

Geen moment
hielden ze hun snoeverige snuit,
of beter gezegd: hun leuterklep.

Maar het publiek
dat had ze echt wel door.
Ze waren
veel te lang
en
veel te breed
en
reuzenep!

In het midden van de piste
bleven ze staan,
en keken hun publiek
innemend aan.

De reuzenleguaan sprak
met een verachtende blik op de ratelslang,
die extra breed was en zeven meter lang:

'Geacht publiek!
Wees niet bevreesd
voor deze bange
véél te lange
slang.
Flink ratelen
is het enige dat hij kan!'

De ratelslang sprak
met een vernietigende blik op de leguaan,
die veel te groen was
en zes en een halve meter lang:

'Geacht publiek!
Trek je alsjeblieft niets aan
van deze maffe
veel te laffe
leguaan.
Hij eet veel te veel
en veel te graag te vaak;
hij wordt er door geobsedeerd!
Daarom doet ie àlles
maar dan ook àlles verkeerd.
En zijn poten...
kijk toch eens hoe stom...
zijn gezwicht door zijn gewicht
al helemaal krom!'

'Maak het nou!' sprak de reuzenleguaan.
'Stel je niet zo aan!
Zó prachtig ben je zelf nou ook weer niet.
Ja, prachtig lang
en
zwaar
en
groot, meer niet!
Maar ik zal jou eens wat vertellen
dikke vriend, landgenoot!
Al ben je nog zo zwaar en groot,
ik draai dat lange lijf van jou
zo in een platte knoop!'
En hij voegde de daad bij het woord,
maar het lukte van geen kant.
Want de reuzenratelslang,
díe hield zich slap
èn lang.


Een trainer kwam de piste in,
wees streng met de wijsvinger
en sprak hen vermanend toe.
Ze kregen een kleur,
dieprood,
van schaamte.

De ratelslang
rolde zich ratelend op
en verborg zo zijn rooie kop.

De leguaan keek beschaamd
naar de vloer
en was opeens
een stuk minder stoer.

Na dit incident
betrad een kleine duizendpoot de piste:
een vrouwtje,
Jasmine werd ze genoemd.
Ze speelde op een blokfluit en danste
en had veel talent.
Ze kwam vast uit India;
ze droeg een zijden pakje
met heel veel stroken
en heel veel kant
en bewoog heel soepel
en elegant.

'O, dat is ze, daar is ze weer,'
dacht Bas.

Haar lijfje glansde
in het zachte licht.
Op slag werd hij romantisch,
ging staan
en declameerde een gedicht.
Hij vergat de hele omgeving.
Alles en iedereen!
Zag alleen dat lieve wezen
en als vanzelf regen de
woorden zich aaneen
.

Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture

  Wat ben je mooi
  Wat ben je lief
  Je straalt
  Je glanst
  Je bent prachtig als
  je danst


Ze werd vuurrood!
want iedereen kon het horen.
Maar ze danste dapper door
en hield die reuzenleguaan
en die enorme ratelslang
heel goed in bedwang.

De leguaan en de slang
waren nu volledig in haar ban.
Ze volgden haar ademloos,
als gehypnotiseerd,
en deden helemaal
niets meer verkeerd.

De slang hief zijn kop
en strekte zijn hals
op het ritme van haar wals,
je kon zien dat hij het prachtig vond.
De leguaan stampte enigszins
traag op de maat in het rond.

De slang ratelde
en richtte zich op
en rekte zich uit,
reikte hoger en hoger,
gaf zich volledig over
aan Jasmine
en de tonen van haar fluit.

Hij stond nu kaarsrecht,
met zijn kop hoog in de lucht.
Zijn staart, in een bocht op de grond
met het uiteinde recht overeind,
ratelde druk,
maakte een hoop kabaal.
Zijn huid stond strak en gespannen,
hij barstte er bijna uit!

Toch joeg hij zijn kop nòg verder,
nòg hoger.
Hij joeg hem dwars door zijn vel!
Dat bezweek bij de mondhoeken
en rolde over zijn kop,
binnenstebuiten, naar achteren op.

Een fel flitsend tongetje
werd zichtbaar,
schoot schielijk in en uit.

De reus zakte weer langzaam
naar de grond
en hield zich op de muziek
en het ritme van de dans
heel goed in balans.

In het zand wrong hij zich
in allerlei bochten
en rolde zo zijn vel,
al schurkend en schurend,
steeds verder naar achteren op.

En...
op Jasmines gracieuze bewegingen,
op haar muziek,
op haar fluiten,
kroop er een
nieuwe slang naar buiten
en golfde sierlijk achter haar aan.

Maar wat gebeurde daar!

Het publiek hield de adem in,
de atmosfeer werd zwaar.

Er verscheen nog een fel flitsend tongetje,
een kop, een lijf, een staart!
Een hele nieuwe slang!

En nog een!
En nog een!

De laatste, nummer vier,
schoot met een enorme vaart
uit het achterste stuk
van de staart.

Te lang ingehouden adem ontsnapte;
een beefzucht bibberde door de atmosfeer.

Fier volgden de vier,
om en om, in zigzag- en in golvengang
- golvengang is in verticale
bochten op en neer -
Jasmine door de piste
.


 

Picture
Delen |

Logotr

Contact          Adverteren         Links

Home        Kinderlines Verhalen        Kinderlines Kleurplaten        Penvrienden        Dierentuinnieuws        Domeinen te koop     Spellen

Copyright 2016, Kinderlines Uitgeverij, alle rechten voorbehouden.